Ik zie mijzelf daar weer zitten, in mijn favoriete koffiebarretje in Zwolle, scrollend door honderden Instagram foto’s van het perfecte vanlife. De prachtigste plaatjes op de meest adembenemende plekken. Ingewikkelde yoga poses voor de bus met de zonsondergang op de achtergrond. Aantrekkelijke bikini babes, starend over groene heuvelruggen vanuit het bed in de bus. ‘Dat wil ik ook,’ dacht ik in mijzelf. Vol goede moed begon ik aan mijn Instagram feed. Ik veranderde mijn naam naar ‘Woman on the Road’, verwijderde mijn oude foto’s en begon aan mijn stories. Tot ik zelf daadwerkelijk in mijn bus ging wonen. Na een aantal weken kwam ik er achter dat vanlife helemaal niet zo perfect was als Instagram doet geloven.
Als je twee keer nadenkt, kun je je wel bedenken dat vanlife niet helemaal is zoals het plaatje hiernaast doet geloven. Nee, perfect is het absoluut niet. In de wildernis is er geen toilet, bijvoorbeeld. Of ben je net op plek van bestemming aangekomen, kom je er achter dat je gasfles leeg is. En wat doe je als het regent in zo’n kleine ruimte?
wild poepen
Eerlijk gezegd, de eerste keer dat ik in het wild mijn grote behoefte moest doen was wel een ervaring. Daar sta je dan, met je schepje en je wc-rol. Je kent het vast wel: het beschamende gevoel dat je bekruipt als je met je wc-rol naar het toiletgebouw van de camping moet lopen. In dit geval moet je dus met een schepje én wc-rol de parkeerplaats over. Probeer dat maar eens ongezien te doen.
Oké, je hebt stap een overleefd. Nu sta je een paar honderd meter van de parkeerplaats in de bosjes. Hopelijk zijn alle mede-vanlifers net zo respectvol als jij en nemen een schepje mee, anders vind je hier en daar nog wel een menselijke drol.
De laatste barrière die ik persoonlijk over moest was het squatted poepen. Volgens velen een gezondere manier van je behoeftes doen, maar het vergde voor mij nog wel wat energie. Zit je daar, op je hurken in een bosje. Toch wel vervreemdend als je altijd een toilet gewend bent.
Uiteindelijk raak je gewend aan het het wild poepen. Toen ik een poosje samen reisde met Christian, een Amerikaanse jongen, vertelde we op ten duur onze beste poop hikes en poop views. We maakte er hele verslagen van. Een keer vond ik tijdens mijn poop hike, nadat ik klaar was met mijn boodschap, een pad, dat naar het einde van de kliffen leed. Beneden aangekomen, zag ik in de verte een groep dolfijnen langszwemmen. Het was magisch. En dat terwijl je eigenlijk daar heen liep om een grote boodschap te doen 😉
Gasfles bij de hippies
Niet alleen het wild poepen maakt vanlife een stuk minder fancy dan het op het oog lijkt. Ook ben je gelimiteerd in ruimte dus moet je constant op zoek naar water, gas en in mijn geval diesel. Het eerst- en laatstgenoemde is in veel landen niet zo’n probleem. Je hebt veel natuurlijke waterbronnen of openbare tappunten. Ikzelf heb niet zo’n probleem met het leidingwater in de meeste zuidelijke landen, dus ik vul daar mijn watertanks mee.
Het grootste probleem is om gas te verkrijgen. In Europa hebben ze geen universele gasdop op de flessen. Dus toen ik in Portugal met mijn eerste lege, Nederlandse gasfles stond, was het een grote uitdaging om een vul- of ruilstation te vinden. De flessen daar hebben een andere aansluiting, dus namen ze mijn fles niet aan. Na lang zoeken vond ik via een online forum een gasboer die illegaal mijn fles vulde met regulier autogas. Maar wel tot maar 80%, anders zou de fles ontploffen, vanwege de hogere druk (je leert wat onderweg 😉 ).
In Spanje stond ik weer met een lege gasfles. Waar ik in Portugal ondertussen mijn vaste vuladresjes had, wist ik die in Spanje niet te vinden. Geen enkele gasboer wilde mijn fles vullen of had de juiste koppelstukken. Na drie dagen zoeken gaf ik het op. Ik zou wel bij andere busjes kunnen vragen om te koken. Ik reed naar Beneficio, een parkeerplaats in de bergen van Serra Nevada, waar een hippie community zich had gevestigd bij een natuurlijke waterbron. Een van de laatste plekken waar je zou verwachten dat iemand je gasfles zou kunnen vullen.
Maar juist daar scheen ik mijn gasfles te kunnen laten vullen. Nog voor ik de parkeerplaats op kwam rijden, pikte ik een paar hippies op die met hun boodschappen niet de berg op wilde lopen. Een van hen wist mij te vertellen dat aan het einde van het pad iemand woonde in een caravan. Daar zou ik mijn fles kunnen achterlaten en de volgende dag weer kunnen ophalen. En zo geschiedde. Voor acht euro stond er de volgende dag een volle gasfles op het pad klaar voor mij. Ergens in de middle of nowhere in Spanje.
Over al deze praktische zaken wordt bijna niet gesproken als je door Instagram scrolt of vele reisblogs leest. Die gaan voornamelijk over de waanzinnige uitzichten en het fantastische eten. En dat is zonde, want juist door het ongemak van vanlife, maak je de prachtigste avonturen mee.
Leave a Reply